Kasteellaan onderwater tijdens de watersnood in 1926
03-06-2024De watersnoodramp van 1926 in Nederland, die ook de Maas- en Rijnramp wordt genoemd, was een grote overstroming die plaatsvond in januari 1926. Door langdurige en hevige regenval, gecombineerd met smeltwater uit de Alpen, stegen de waterstanden van de rivieren Rijn, Maas, Waal, en IJssel snel, wat leidde tot grote overstromingen in meerdere provincies. Deze ramp had verstrekkende gevolgen voor de getroffen gebieden, waaronder Wijchen.
In Wijchen, een dorp in de provincie Gelderland, werd de Kasteellaan zwaar getroffen. De Maas trad buiten haar oevers en zorgde voor ernstige wateroverlast in het gebied. Huizen en boerderijen stonden onder water, de infrastructuur werd beschadigd, en er was veel verlies van vee en gewassen. Bewoners moesten geëvacueerd worden en er werd noodhulp georganiseerd om de getroffen mensen van voedsel, kleding, en onderdak te voorzien. Gelukkig waren er geen mensenlijke slachtoffers te betreuren.
Op 10 januari trad de vorst opnieuw in. Het bevroren water en de ronddrijvende ijsschotsen maakten het de bevolking onmogelijk om hun zolders te bevoorraden. Bovendien vergrootten deze omstandigheden de schade in het gebied. De gevolgen van de overstromingen waren enorm.
Bijna het hele dorp stond onder water. Bewoners waadden door de overstroomde Zandstraat (nu de Kasteellaan) en zagen dat het water ook het Kasteel van Wijchen had bereikt. Om de communicatie met de buitenwereld te behouden en de aanvoer van voedsel te verzekeren, werden er loopbruggen aangelegd van het klooster Alverna naar Wijchen.
Maker foto onbekend; bewerking Arno Reijnen. Lees onder de foto verder.
De toenmalige regering bestempelde de watersnoodramp niet als een nationale ramp en wilde daarom niet tegemoetkomen in de kosten. Hulp kwam in de vorm van geldinzamelingen door liefdadigheidscomités. Maar dat bedrag was lang niet genoeg om alle schade in het arme gebied te vergoeden. Hierdoor moesten de al zwaar getroffen inwoners van het Land van Maas en Waal de ontbrekende 5,5 miljoen gulden (ruim 40,5 miljoen euro) zelf opbrengen.
Des te belangrijker was het dat Koningin Wilhelmina en haar echtgenoot prins Hendrik het ondergelopen gebied bezochten. Wilhelmina bezocht ook Kasteel Wijchen, toen nog in handen van de neven van de laatste bewoonster jonkvrouwe van Andringa de Kempenaer. Wilhelmina kon natuurlijk geen gebruik maken van hetzelfde toilet als het gewone volk. Daarom werd speciaal voor haar, tijdens deze watersnoodramp, een toilet gebouwd op de eerste verdieping van het kasteel.
De watersnoodramp van 1926 was voor de overheid de aanleiding om de Maas- en de Waaldijk te verstevigen. Daarnaast besloot ze de Maas van stuwen en sluizen te voorzien, om zo het Land van Maas en Waal te beschermen.
Bron: dagvanhetkasteel.nl | 08 april 2021 | Mirjam Bovenga | Maker foto onbekend; bewerking foto Arno Reijnen